Door: Marcel Hulspas
Gepubliceerd: donderdag 21 augustus 2008 00:11
Update: donderdag 21 augustus 2008 07:45
De farmaceutische industrie heeft een nieuwe, veelbelovende groeimarkt ontdekt: het onaangepaste huisdier.
Psychofarmaca voor de hond die te veel blaft en voor de kat die te veel krabt. De farmaceutische industrie ziet er brood in. Véél brood. De komende jaren zullen verschillende nieuwe psychofarmaca voor huisdieren worden gelanceerd, en er zal ook voor het eerst gericht reclame voor worden gemaakt.
Honden zijn schattig en zo heerlijk aanhankelijk – totdat ze gaan grommen als er vreemden binnenkomen, het meubilair aanvreten of keihard janken wanneer ze alleen worden gelaten. Tot voor kort was er voor dergelijke gedragsproblemen slechts één passend antwoord: training. Maar de huidige hondenbezitter heeft steeds vaker geen tijd voor (of zin in) de trainingen en vraagt in toenemende mate om pillen. Die trend tekende zich de afgelopen jaren al af in de VS. De uitgaven voor huisdieren stijgen daar al jaren sterk: de afgelopen vijf jaar van nog geen 40 naar ruim 50 miljard dollar. Een groot deel daarvan gaat op aan medicijnen, en binnen dat segment zijn de psychofarmaca de grootste groeiers.
Middel tegen verlatingsangst
Novartis beet enige jaren geleden het spits af. Het bedrijf introduceerde een middel tegen verlatingsangst: Clomicalm. De werkzame stof maakt het beestje rustig en werkt angstonder-drukkend – het is dezelfde stof als in het humane antidepressivum Anafranil. Maar Novartis zal binnenkort zware concurrentie krijgen van de farmagigant Eli Lily. Die startte begin vorig jaar met een speciale divisie voor huisdieren, en bracht in datzelfde jaar Reconcile op de Amerikaanse markt, ook een middel tegen verlatingsangst. Het zal nog enige tijd duren voordat Reconcile in Europa wordt toegelaten, maar Eli Lily wil de komende jaren nog andere psychofarmaca voor dieren introduceren, die ongetwijfeld net als Reconcile gebaseerd zullen zijn op geneesmiddelen ontwikkeld voor humaan gebruik. De werkzame stof in Reconcile is namelijk niets anders dan fluoxetine, beter bekend onder de merknaam Prozac.
Eigenlijk gaat het hier om een inhaalslag: veel dierenartsen schrijven al vele jaren recepten uit voor Prozac, zonder dat deze toepassing in de bijsluiter was opgenomen (‘off label’ voorschrijven, heet dat). Het enige verschil tussen Prozac en Reconcile is dat de laatstgenoemde pillen kauwbaar zijn en naar vlees smaken – twee voordelen waar de menselijke consument van fluoxetine blijkbaar geen recht op heeft.
Tot slot is er die andere farmareus, Pfizer, die jaarlijks al een miljard dollar verdient aan huisdieren. Deze firma introduceerde vorig jaar Slentrol, een afslankmiddel voor honden, en Anipryl, een pil die het geheugen van oudere honden zou verbeteren.
Middelen tegen verlatingsangst moeten voor de doorbraak zorgen. Het is dan ook een groot (en daarmee commercieel interessant) probleem: naar schatting een op de zeven hondeneigenaren krijgt ermee te maken. Minder vaak voorkomend, maar ernstiger, is agressie. Ook hier zou fluoxetine of een verwante stof uitkomst kunnen bieden, maar Eli Lily begint daar niet aan – de risico’s dat er iets misgaat worden waarschijnlijk te groot geacht.
Rechter schrijft een pil voor
In plaats daarvan heeft de firma Accura Animal Health aangekondigd met een middel tegen agressie te komen, gebaseerd op een dergelijke stof. Als de Amerikaanse medicijnenwaakhond, de FDA, dit middel goedkeurt, hoeven agressieve honden straks niet meer te worden afgemaakt; de rechter kan een pil voorschrijven.
De effectiviteit van psychofarmaca is al jaren een hot issue. Dezelfde twijfels doen zich dus ook voor als het gaat om het voorschrijven aan huisdieren. Reconcile mocht van de FDA alleen worden toegelaten als het baasje daarbij het dringende advies zou krijgen de hond ook in te schrijven voor een training. Het onderzoek naar de effectiviteit van Reconcile liet namelijk zien dat het effect van pil plus training niet veel beter was dan dat van uitsluitend training.
De vraag is echter in hoeverre de baasjes daar naar zullen luisteren. Verlatingsangst komt vooral voor bij honden die vaak alleen worden gelaten, honden dus van baasjes die weinig tijd hebben om hun hond urenlang te trainen, net zolang totdat het beest het moderne levensritme begrijpt. De hondenbezitter wil graag snel effect voor zijn geld. De dagen van hondentrainers als Martin Gaus lijken hoe dan ook geteld.