China in Afrika: neokolonialisme of win-winsituatie?
Vindt u dit artikel de moeite? Geef ons dan uw fair share.
Weinig thema’s zijn zo controversieel als ‘China in Afrika’. En daar is een goede reden voor: de groeiende aanwezigheid van het grootste Aziatische land wijzigt de spelregels op het zwarte continent, en daar is niet iedereen gelukkig mee. In dit artikel wegen we de voor- en nadelen af van de vernieuwde Afro-Chinese relatie.
1. Voor elkaar geboren?
Dat China zijn economische activiteiten uitbreidt tot in Afrika hoeft niet te verwonderen. Voor hun eigen ontwikkeling hebben de Chinezen geen andere keuze dan buiten de grenzen te gaan.
In het Middenrijk woont ongeveer 20 procent van de wereldbevolking, maar je vindt er slechts 2 procent van de oliereserves, 3 procent van de bossen, 5 procent van de koperreserves, 7 procent van het water en 10 procent van de vruchtbare grond. [1]
Omgekeerd is er in Afrika een overvloed aan heel wat strategische mineralen, vruchtbaar land, hout en petroleum. [2] Het is dus geen toeval dat China Afrika’s belangrijkste handelspartner is geworden en dat meer dan 2.000 Chinese bedrijven zich gevestigd hebben op het continent. [3]
Maar de behoefte aan natuurlijke rijkdommen is niet de enige drijfveer van de Chinezen om naar Afrika te trekken. Andere redenen zijn het teveel aan binnenlandse productiecapaciteit, een toenemende concurrentie op de binnenlandse markt, risicodiversificatie, voordelige voorwaarden in Afrika om handel te drijven met de Europese Unie en de VS, potentiële afzetmarkten, de wens om in eigen land op te klimmen op de ladder van de toegevoegde waarde. En uiteraard zijn er ook diplomatieke redenen. [4]
Dat wil niet zeggen dat China al zijn pijlen richt op Afrika, integendeel. Eind 2007 investeerde de Chinese economie vijf maal zoveel in Latijns-Amerika en vijftien maal zo veel in Azië. [5] De cijfers voor de handel zijn vergelijkbaar. Dus, voor China is het belang veeleer relatief, terwijl dat voor Afrika precies het omgekeerde is. China is nu al de belangrijkste handelspartner en het is een kwestie van tijd vooraleer het de grootste investeerder en donor zal zijn.
Dat kan een belangrijke kans zijn voor Afrika. In het continent is er een dringende behoefte aan kapitaal, technologie, infrastructuur en productiecapaciteit. De Chinese betrokkenheid zou heel nuttig kunnen zijn om aan deze behoeften tegemoet te komen.
Zou, want een kans is geen garantie. Beide partners zijn in grote mate complementair en vullen elkaar goed aan, maar het zijn geen gelijkwaardige partners. China kan met één stem spreken en heeft een zorgvuldig uitgewerkte en omvattende strategische aanpak.
Afrika daarentegen is gefragmenteerd, beschikt niet altijd over voldoende sterke instituties en een strategische visie ontbreekt. [6] De partners zijn misschien voor elkaar geboren, maar of de romance zal eindigen in een gelukkig huwelijk valt nog te bezien. Dat zal afhangen van een reeks voorwaarden. We bekijken nu eerst wat er op het terrein gebeurt.
2. Feiten en cijfers
Na de Koude Oorlog verloor het Westen zijn liefde (belangstelling) voor Afrika. De traditionele stroom van buitenlandse investering en ontwikkelingshulp droogde op. J. Brian Atwoord, toenmalig hoofd van USAID (nvdr: de officiële Amerikaanse ontwikkelingshulporganisatie), legde dit als volgt uit: "de overwinning van de markt en de nederlaag van het communisme verhoogden niet alleen de macht en de invloed van de donoren, de kredietverleners en de multilaterale instellingen, voor het Afrikaanse continent waren ze ook een grote uitdaging en kans. … We hadden niet langer hulpprogramma’s nodig om invloed te verkrijgen". [7]
De met luide trom aangekondigde beloften van de rijkste landen in Gleneagles (G8 top in 2005) werden niet waargemaakt. UNDP, het VN-orgaan dat zich bezighoudt met ontwikkeling en armoede, heeft becijferd dat de subsidie per Europese koe ongeveer 110 maal zoveel is als de hulp per Afrikaan. [8]
De Europese Unie en de VS hebben geweigerd om hun markten open te stellen, in het bijzonder voor landbouwproducten, waar Afrika juist een comparatief voordeel heeft. Azië en niet Afrika was nu de plek om te investeren en zelfs de Wereldbank verleende weinig steun aan Afrikaanse fabrikanten. Voor het zwarte continent was het dus tijd voor een nieuwe minnaar. China kwam als geroepen en vulde een leegte die door het Westen was achtergelaten.
Als dusdanig is China een laatkomer met veel middelen, maar met weinig ervaring. [9] De Chinese aanwezigheid en betrokkenheid bevat veel facetten. De verschillenden aspecten zijn vaak onderling met elkaar verbonden en worden meestal in een globale deal onderhandeld. We geven een kort overzicht van de diverse aspecten.
Handel
De Afrikaanse handel met China neemt toe terwijl die met andere grote marktspelers stagneert of afneemt. Om de handel met Afrika te stimuleren, heeft China aanvankelijk meer dan 400 Afrikaanse producten vrijgesteld van invoerrechten. Dat werd nadien uitgebreid tot 95 procent van alle exportgoederen uit de 33 minst ontwikkelde landen van het continent.
De bilaterale handel bedroeg in 2010 114 miljard dollar, dat is meer dan tienmaal zoveel als in 2000. Die handel is meer dan tien procent van de totale Afrikaanse handel. Ruwe olie is het belangrijkste exportproduct richting China, net zoals het dat is naar de rest van de wereld. De import uit China bestaat vooral uit machines, transportuitrusting, afgewerkte producten en handwerk. [10]
Leningen
De laatste tien jaar heeft China leningen verstrekt ter waarde van ettelijke miljarden dollars, vaak met een lage intrestvoet of zelfs renteloos. De vrees dat dit een nieuwe schuldenval zou veroorzaken, is ongegrond. Deze kredieten bedragen nog geen vijfde van wat westerse landen de afgelopen jaren aan Afrikaanse landen hebben kwijtgescholden.
Tussen 2001 en 2008 heeft China 3 miljard dollar kwijtgescholden aan meer dan dertig landen, zonder voorwaarden op te leggen. Dat staat in schril contrast met de brutale bezuinigingsprogramma’s die het IMF en de Wereldbank in het verleden hebben opgelegd. [11]
Ontginning van natuurlijke rijkommen
Zo’n kwart van de Chinese investeringen (FDI) in Afrika gaat naar het meer ontwikkelde Zuid-Afrika, maar het gros van alle investeringen, 58 procent in 2009, gebeurt in landen met olie of mineralen in de ondergrond. Voor Afrika is dat geen abnormaal percentage.
Bovendien is het percentage van Chinese investeringen in landen zonder natuurlijke rijdomen aan het stijgen. [12] Ook dat staat in schril contrast met de westerse investeringen. Van alle westerse investeringen naar de 50 Minst Ontwikkelde Landen (MOL) wereldwijd gaat bijna 90 procent naar de tien landen met natuurlijke rijkdommen. [13]
Afrika vormt daarop geen uitzondering. Tussen 1995 en 2007 ging bijvoorbeeld slechts 11 procent van de VS-investeringen naar industriële activiteiten. Chinese investeringen in de ontginning van natuurlijke rijkdommen gaan bijna steeds gepaard met bijbehorende investeringen in infrastructuur (zie volgend punt). Bij westerse investeringen ontbreekt deze dimensie praktisch altijd. [14]
Tenslotte geeft China ontwikkelingshulp aan alle landen met wie het diplomatieke betrekkingen onderhoudt, met inbegrip dus van landen zonder natuurlijke rijkdommen. [15]
Infrastructuur
Om de Millenniumdoelstellingen te bereiken, heeft Afrika zo’n 22 miljard dollar per jaar nodig. China neemt daarvan 5 miljard voor zijn rekening. Meer dan 50 procent van alle Chinese investeringen en hulp aan Afrika in de periode 2002-2007 ging naar infrastructuur of openbare werken. [16]
Volgens de Wereldbank voeren de Chinezen de infrastructuurwerken snel en goedkoop uit, sneller dan alle concurrenten. Hun activiteiten beslaan een breed gamma: in verschillende landen bouwen, vernieuwen of onderhouden ze wegen, spoorlijnen, luchthavens, bruggen, irrigatieprojecten, telecommunicatievoorzieningen, stadions, kantoorgebouwen, enz.
Ze hebben hydro-elektrische dammen gebouwd in minstens negen landen en daarbij de totale elektriciteitscapaciteit van Afrika met 30 procent verhoogd. In 2007 hebben Brazilië en China samen een satelliet gelanceerd die Afrika toelaat om zijn landbouwgebieden gedetailleerd en up-to-date in kaart te brengen. [17]
De vaak gehoorde kritiek dat de investeringen in infrastructuurwerken met het oog op het ontginnen en exporteren van natuurlijke rijkdommen gebeuren, is niet terecht. Slechts 7 procent van de tot
8 reacties
Lees alle reacties