Hoofdinhoud

Asbest: Sluipmoordenaar in Goor

  • 07.11.2012
Vergroten

Naar schatting heeft de ooit zo bewonderde en gewaardeerde stof asbest ruim 10.000 Nederlandse slachtoffers gekost. Dat aantal zal in de komende decennia alleen maar groter worden: voor de toekomst moet er met eenzelfde aantal mesothelioom slachtoffers rekening worden gehouden. Kortom nog eens 10.000 slachtoffers. Want kenmerkend aan asbestkanker is dat het zich pas na ruim 20 à 30 jaar, nadat men met de stof in aanraking is gekomen, openbaart. In Nederland lopen dus duizenden mensen rond met een tijdbom in hun lichaam. Asbest bleek in de loop van de 20ste eeuw te verworden van een wonderstof in een sluipmoordenaar. Andere Tijden op 18 november om 21.20, over hoe duizenden mensen aan asbest overleden omdat de overheid en de industrie wegkeken en medische onderzoeken niet serieus werden genomen.

Het magische mineraal

Zoom

Het leek zo’n perfecte en magische stof. Asbest wordt al sinds decennia gebruikt: in de Eerste Wereldoorlog werden asbestvezels gebruikt in het filtermateriaal van de gasmaskers. Het had als stof alles wat men maar kon wensen: sterk, slijtvast, isolerend, brandwerend en goedkoop. Het werd dan ook overal voor gebruikt: brandweerpakken, warmhoudplaatjes, bloembakken, remmen voor auto’s en liften en golfplaten.

Maar reeds in 1898 werden de eerste gezondheidsklachten door asbest vastgesteld in Duitsland en Engeland. In 1949 werd asbestose (stoflong) in Nederland als beroepsziekte erkend. In de jaren vijftig en zestig kwam de meest dodelijke asbestgerelateerde ziekte aan het licht: mesothelioom (long- en buikvlieskanker), een ziekte die louter en alleen veroorzaakt kan worden door asbest. De ontdekking van deze dodelijke kanker was het werk van de Nederlandse bedrijfsars, J.Stumphius. Hij deed onderzoek naar de effecten van het gebruik van asbest als isolatiemateriaal bij de Rotterdamse scheepswerf De Schelde. In zijn onderzoek toonde hij aan dat werken met asbest kan leiden tot mesothelioom. Hij promoveerde in 1969 op dit onderzoek, dat werd gepubliceerd onder de titel Asbest in een bedrijfsbevolking. In dit boek waarschuwt hij voor de enorme gevaren en riep hij de Nederlandse overheid op maatregelen te nemen. Helaas duurde het tot in de jaren 90 eer de overheid naar hem luisterde. Pas in 1993 kwam er een algeheel verbod op het gebruik van asbest.

Eternit te Goor

Zoom
Vrachtwagen Eternit

Eén van vaderlands grootste asbestfabrieken was Eternit te Goor. Sinds 1937 produceerde de fabriek asbestcement. En naast werkgelegenheid bracht de fabriek ook slachtoffers, aangezien zij in de fabriek in aanraking kwamen met asbestvezels.

De arbeiders werden in de fabriek jarenlang blootgesteld aan de levensgevaarlijke stof, met soms dodelijke ziektes tot gevolg. Maar de machtige asbestindustrie bleef volhouden dat risico’s rond deze wonderstof niet of nauwelijks bestonden.
Ook in de familie van Floor Driessen (23 jaar) vielen slachtoffers. Haar opa werkte jarenlang in de Eternitfabriek te Goor en overleed na jarenlange blootstelling aan asbest. Ook haar oma overleed aan mesothelioom, zij klopte immers jarenlang de overalls van haar man uit en ademde zo de kleine stofdeeltjes in. De gevolgen van opa’s baan waren nog groter: de moeder van Floor kreeg in 2008 te horen dat ook zij leed aan mesothelioom, zonder ooit een voet te hebben gezet in de fabriek van Eternit was ook zij slachtoffer geworden van de asbestindustrie.
Floor Driessen: “Als ik aan Eternit denk dan denk ik wat een vieze stinkfabriek, het heeft de halve familie bij ons uitgeroeid. Het is gewoon een groot zwart woord in de familiegeschiedenis”.
 

Maatregelen

Zoom

Volgens de Utrechtse jurist Bob Ruers, ruim twintig jaar bij het asbestdrama betrokken als advocaat, onderzoeker, mede- oprichter en juridisch adviseur van het Comité Asbestslachtoffers, heeft de overheid onverantwoord lang gewacht met ingrijpen. Deze mening wordt gedeeld door longarts Henk Sinighe Damsté, autoriteit op het gebied van asbestgerelateerde longziektes: “Wie had er iets moeten doen? De overheid. Die had moeten verbieden dat er asbest verwerkt werd in de bouw, in de textielindustrie en overal. Dat hadden ze toch vanaf medio zeventiger jaren zeker kunnen doen.”

Dat de overheid niet genoeg stappen ondernam kwam mede door de grote druk van de asbest industrie. Hoe ver de macht van de industrie reikte, blijkt uit een voorlichtingsblad dat in 1971 is uitgegeven door het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. De inhoud werd grotendeels door de industrie gedicteerd, het woord kanker kwam in het gehele blad niet voor.
Toen medische en technische argumenten niet meer werkten, zette de industrie met succes de argumenten van het economisch belang en werkgelegenheid in om het politieke debat te beïnvloeden.
Zoals voormalig wethouder te Goor, de heer Van Enst het verwoordt: “Misschien hadden we het wel te hoog in ons vaandel staan: kom niet aan Eternit. De textiel was inmiddels al kapot, dus het enige wat we hier nog hadden dat was een Eternitfabriek met zeven of achthonderd medewerkers. Misschien hebben we toen wel te aardig gedaan en gezegd:   jongens kom daar maar niet aan.”

Samenstelling en Regie: Marcel Goedhart
Tekst en Research: Merlijn Schneiders 

Literatuur

Bob Ruers en Nico Schouten, Het asbestdrama. Eternit en de gevolgen van honderd jaar asbestcement (Wetenschappelijk Bureau SP, Rotterdam 2005).

P.J. Biesheuvel, J.F. Buurmeijer en P.H.J.J. Swuste, Asbest van Goor naar Hof van Twente: Eindrapportage onderzoekscommissie t.b.v. Gemeenteraad
(Hof van Twente 2003).

Bob Ruers, Macht en tegenmacht in de Nederlandse asbestregulering (Proefschrift, Den Haag 2012).