Rechter: niet oproepen oproepkracht staat gelijk aan ontslag

Het niet oproepen van een oproepkracht staat gelijk aan ontslag. Dit is onlangs bevestigd door een kantonrechter van de rechtbank Amsterdam tijdens een zaak die zich afspeelde tussen een werknemer en haar werkgever, IT dienstverlener Guidion. De uitspraak is relevant voor iedere ondernemer of werkgever die werkt met oproepkrachten en laat duidelijk zien dat voorzichtigheid is geboden.

Casus
De werknemer die in het bezit was van een oproepovereenkomst voor de duur van een jaar krijgt na vier maanden te horen dat ze niet meer zal worden opgeroepen. Volgens Guidion staat deze mededeling gelijk aan het beëindigen van de oproepovereenkomst. De vrouw blijft zich beschikbaar stellen voor werk en laat haar werkgever per brief weten dat ze op basis van rechtsvermoeden recht heeft op 23 uur werk per week. Ook schrijft ze dat als hij wil afzien van de samenwerking er een ontslagvergunning moet worden aangevraagd bij UWV. Op deze brief wordt door Guidion niet gereageerd.

De vrouw schakelt vervolgens de rechter in om zich over de zaak te buigen en eist een gefixeerde schadevergoeding gebaseerd op de 23 uur werk per week en de inkomsten die ze misloopt door het in haar ogen nietige ontslag.

De werkgever is op zijn beurt van mening dat er van opzegging geen sprake is en van een vaste arbeidsomvang evenmin. In de arbeidsovereenkomst is namelijk opgenomen dat de arbeidsovereenkomst voor beide partijen direct opzegbaar is.

Uitspraak
De kantonrechter heeft in deze zaak bevestigt dat de vrouw een beroep kan doen op het rechtsvermoeden omdat ze in de voorliggende periode gemiddeld 23 uur per week heeft gewerkt. Ook stelt de kantonrechter dat het niet meer oproepen van een oproepkracht hetzelfde is als het opzeggen van de overeenkomst. Daar komt bij dat de werkgever heeft verzuimd om toestemming voor het ontslag te vragen aan het UWV, waardoor de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd.

Ondanks dat de vrouw (maar) vier maanden heeft gewerkt heeft ze volgens de rechter toch recht op een schadevergoeding die gelijk staat aan de misgelopen inkomsten over de resterende periode dat de overeenkomst zou lopen, op basis van haar 23-urige werkweek.

Guidion heeft in deze procedure zonder succes beroep gedaan op het matigen van de loonvordering omdat het doorbetalen van acht maandsalarissen niet in verhouding zou staan tot de periode die de vrouw werkzaam zou zijn geweest. De rechter veegde dit punt direct van tafel en verwees naar jurisprudentie.

Conclusie
Iedere werknemer met een nul-urencontract die structureel wordt opgeroepen, bouwt over een periode van drie maanden tijd (loon)rechten op. Het niet meer oproepen van een medewerker met een nul-urencontract kan dus leiden tot soortgelijke situaties. De arbeidsovereenkomst moet namelijk altijd op grond van het ‘gewone’ arbeidsrecht worden beëindigd. Wil je als werkgever een oproepkracht niet meer inzetten? Dan zul je een ontslagvergunning moeten aanvragen bij UWV.

Lees de volledige uitspraak door hier te klikken.

Selwyn Donia

Selwyn Donia

Selwyn Donia houdt zich bezig met onderzoeksjournalistiek en onderzoekt en analyseert de rechtspraak. In mei 2013 startte hij Rechtblog.
Selwyn Donia
Selwyn Donia
Selwyn Donia

Reageer

Wees de eerste met een reactie

Ontvang alerts
avatar

wpDiscuz
SLUIT
CLOSE