U bevindt zich op: Home › Onderwerpen › R › Rijksvaccinatieprogramma › Professionals › RVP-vaccins en bijwerkingen Rijksvaccinatieprogramma
Vaccins vallen onder de wet- en regelgeving voor geneesmiddelen. Ze moeten voldoen aan strenge internationale eisen voor kwaliteit en veiligheid. De vaccins die in het Rijksvaccinatieprogramma zijn opgenomen, kunnen aangemerkt worden als zeer veilig. Het gevaar van mogelijke bijwerkingen van vaccinatie is veel kleiner dan het gevaar van de infectieziekte. Toch kunnen na vaccinatie bijwerkingen optreden. Vaak zijn de klachten mild en van voorbijgaande aard. Belangrijk is dat professioals en ouders mogelijke bijwerkingen melden bij Lareb, het Nederlands Bijwerkingen Centrum.
RVP-vaccins worden door verschillende farmaceutische bedrijven gemaakt. Het RIVM heeft namens de overheid de opdracht vaccins voor het Rijksvaccinatieprogramma in te kopen en te distribueren. Daardoor kan de Nederlandse overheid het Rijksvaccinatieprogramma zelf aansturen en is ze onafhankelijk van commerciële vaccinproducenten. In het Rijksvaccinatieprogramma worden verschillende vaccins gebruikt.
Elke verpakking van een RVP-vaccin bevat een bijsluiter. Daarnaast zijn er scheurblokken met bijsluiters beschikbaar. Op de priklocatie moet altijd een scheurblok aanwezig zijn om ouders van een bijsluiter te voorzien. De bijsluiters zijn ook digitaal beschikbaar.
naar overzicht van de bijsluiters
Vanaf 1 januari 2011 registreert en analyseert het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb alle meldingen van bijwerkingen van vaccinaties die gegeven zijn in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma. U kunt een bijwerking melden via het telefoonnummer 073 - 64 69 703 (tijdens kantooruren) of via het digitaal meldformulier van Lareb. Ouders kunnen ook zelf bijwerkingen melden.
Enkele malen per jaar vindt er een inventarisatie plaats
van vaccinvoorraad op alle locaties waar RVP-vaccin op voorraad
wordt gehouden. Omdat het RIVM met een groot aantal uitvoerende
organisaties samenwerkt, is het niet mogelijk om alle voorraden op
hetzelfde moment door RIVM-medewerkers te laten inventariseren. Het
is daarom noodzakelijk dat de organisaties hun eigen vaccinvoorraad
tellen.
Voor de inventarisatie zijn de volgende documenten beschikbaar: