home

De belangrijkste feiten over het klimaat

Voor wetenschappelijke bronnen: doorklikken naar onderliggende pagina's.

Klimaatverandering

Het klimaat verandert, maar niet alarmerend en niet uitzonderlijk

De vraag of er sprake is van opwarming van de aarde, is volledig afhankelijk van de periode waarover we kijken.

De opwarming van de aarde in de afgelopen decennia
Afbeelding 1: De opwarming van de aarde sinds 1850, op basis van weerstations op land en zee (Hadcrut5)

De huidige temperatuurstijging is niet uitzonderlijk.

  • Ook zonder menselijke invloed zijn er altijd fluctuaties in het klimaat geweest. Zoals te zien is in afbeelding 2 is er zeker geen sprake van een ongekende (‘unprecedented’) stijging in de vorm van een hockeystick, zoals het IPCC claimt. Ook het tempo van verandering is niet uitzonderlijk.
  • De recente opwarming is onderdeel van een periode van stijgende temperaturen sinds de zogenaamde Kleine IJstijd in de 16e en 17e eeuw. In de Middeleeuwen en rond het begin van de jaartelling was juist sprake van een relatief warme periode met hogere temperaturen dan nu. Zie hier een toelichting op de reconstructie.

Temperatuurafwijkingen in de afgelopen 10.000 jaar
Afbeelding 2: Temperatuurafwijkingen in de afgelopen 10.000 jaar. In het grootste deel van deze periode was de temperatuur hoger dan nu. De reconstructie is het resultaat van waarnemingen op vele plaatsen op de wereld. Bron: A. May

Samenvattend: het klopt dat de aarde afgelopen decennia warmer is geworden, maar ten opzichte van het verleden is die opwarming niet heel bijzonder. Ook zonder menselijke invloed verandert het klimaat voortdurend. Uit een analyse van de onderliggende golfbewegingen in het temperatuurverloop blijkt dat de recente opwarming grotendeels in lijn is met de natuurlijke cycli.

Er is geen toename van overstromingen, droogtes, bosbranden en orkanen

In sommige delen van de wereld zijn extreme neerslag en hittegolven toegenomen, maar dat blijkt niet te gelden niet voor overstromingen, droogtes, wind en orkanen. Bovendien is het aantal slachtoffers van natuurrampen in de afgelopen decennia (ondanks de groei van de wereldbevolking) bijzonder sterk afgenomen.

Het aantal en de kracht van de orkanen is in de afgelopen 40 jaar niet gestegen
Afbeelding 3: Het aantal en de kracht van de orkanen is in de afgelopen 40 jaar niet gestegen. Bron: Maue
De droogte in de wereld is de afgelopen 30 jaar iets afgenomen
Afbeelding 4: De droogte in de wereld is de afgelopen 30 jaar iets afgenomen. Bron: Zengchao Hao
De afname van de omvang van de bosbranden in de wereld op basis van satellietgegevens
Afbeelding 5: De afname van de omvang van de bosbranden in de wereld op basis van satellietgegevens. Bron: Global Wildfire Information System

Berichtgeving en consensus

De berichtgeving in de media en het onderwijs over het klimaat is vaak onvolledig en niet op feiten gebaseerd. Er is veel aandacht voor extreme weersituaties als droogte, overstromingen, hittegolven, bosbranden, enzovoorts als “bewijs” voor alarmerende klimaatverandering, terwijl hier feitelijk geen sprake van is. De eindeloze herhaling van berichten over opwarming, stijgende zeespiegels, uitstervende diersoorten en extreme weersituaties, zorgt voor veel angst onder vooral jonge mensen.

Daarbij is het beeld ontstaan dat CO₂ op basis van de broeikastheorie de knop is waarmee we het klimaat kunnen sturen. In werkelijkheid zijn er vele andere factoren die het klimaat beïnvloeden en is de invloed van CO₂ veel kleiner dan verondersteld. Het klimaat is uitzonderlijk complex en er bestaat onder wetenschappers alles behalve consensus over de oorzaken van klimaatverandering. Vele honderden internationale wetenschappers, onder wie drie Nobelprijswinnaars van de natuurkunde, hebben met kracht afstand genomen van het idee dat er een klimaatcrisis is. In de media komen die niet aan het woord en is nauwelijks aandacht voor hun argumenten.

Gevolgen

De zeespiegelstijging neemt niet of nauwelijks toe

De meest betrouwbare en nauwkeurige metingen van de zeespiegel zijn getijdenmetingen die overal in de wereld in kustplaatsen plaatsvinden. Deze laten geen versnelling van de zeespiegelstijging zien.

De stabiele zeespiegelstijging over de afgelopen 155 jaar in Den Helder
Afbeelding 6: De zeespiegelstijging over de afgelopen 155 jaar in Den Helder is stabiel (1,5 mm per jaar). Bron: PSMSL

Wereldkaart zeespiegelstijgingen: op de meeste plaatsen een stabiele stijging van 1 tot 3 mm per jaar
Afbeelding 7: Wereldkaart zeespiegelstijgingen: op alle plaatsen is sprake van een stabiele stijging of daling van enkele millimeters per jaar. De gemiddelde stijging ligt tussen 1 tot 2 mm per jaar. Bron: sealevel.info

De alarmerende voorspellingen van het IPCC en het KNMI over de zeespiegel zijn gebaseerd op satellietmetingen en computermodellen. Het is echter de vraag of deze metingen betrouwbaar zijn; de resultaten wijken al sinds de start in 1993 af met wat gemeten wordt aan de kusten.

  • Satellietmetingen laten een stijging zien van 3,3 mm per jaar, bijna 2 keer zo hoog als de getijdenmetingen.
  • Het meten van de zeespiegel vanuit een satelliet is erg onnauwkeurig door allerlei storende invloeden en het ontbreken van een vast referentiepunt.
  • De hogere stijging bij satellietmetingen is volledig het gevolg van (arbitraire) correcties; in de ruwe data is die hoge stijging niet aanwezig. Zie toelichting.

De opwarming is gunstig voor mens en natuur

De gestegen temperatuur zorgt jaarlijks voor minder sterfgevallen
Afbeelding 8: Het aantal sterfgevallen door koude is bijna 10 keer groter dan het aantal sterfgevallen door hitte. De gestegen temperatuur zorgt jaarlijks voor ongeveer 166.000 minder sterfgevallen. Bron: Zhao et al., 2021
Voor de leefomstandigheden van de meeste mensen is de opwarming positief. Het aantal sterfgevallen in de wereld door koude is veel groter dan door warmte. Een recente studie in de Lancet laat zien dat de gestegen temperatuur heeft geleid tot jaarlijks 166.000 minder sterfgevallen in de wereld (Afbeelding 8).

Klimaatverandering wordt vaak als oorzaak aangeduid voor de afname van de biodiversiteit. Het tegendeel is echter het geval. Hogere temperaturen zorgen voor gunstiger omstandigheden voor planten en dieren. Warme gebieden hebben over het algemeen een grotere variëteit aan soorten planten en dieren dan koudere gebieden. De alarmerende berichten over uitstervende ijsberen en koraal door de gestegen temperatuur blijken niet te kloppen.

Door de hogere CO₂-concentratie groeien planten sneller

Het is mogelijk dat de gestegen CO₂-concentratie in de atmosfeer invloed heeft op het klimaat, maar CO₂ is geen vervuilende stof. Integendeel, al het leven op aarde is direct of indirect opgebouwd uit koolstof dat zich eerder als CO₂ in de atmosfeer bevond. Planten groeien sneller bij een hogere CO₂-concentratie. Door de CO₂-stijging is de aarde de afgelopen 30 jaar veel groener geworden (afbeelding 9).

De voedselproductie is de afgelopen 60 jaar sterk gestegen. De opbrengst per hectare is zelfs sneller gestegen dan de wereldbevolking (afbeelding 10).

  • De stijging van de CO₂ heeft de noodzakelijke toename van de voedselvoorziening mede mogelijk gemaakt.



De vergroening van de aarde op basis van onderzoek van Chen 2019
Afbeelding 9: De vergroening van de aarde in de periode 2000-2016. In groen gekleurde gebieden is de groei van planten toegenomen, in geel tot paars gekleurde gebieden afgenomen. De toename van CO₂ zorgt voor meer vergroening en minder woestijnvorming. Bron: Chen et al. (2019)
De toename van de graanproductie ten opzichte van de groei van de wereldbevolking.
Afbeelding 10: De toename van de graanproductie ten opzichte van de groei van de wereldbevolking, geïndexeerd vanaf 1961. De hogere CO₂-concentratie heeft mede bijgedragen aan een hogere opbrengst per hectare landbouwgrond. Bron: Ourworldindata.org

Oorzaken

Het klimaat is een van de meest complexe systemen die we kennen. Tal van factoren beïnvloeden het klimaat, op tijdschalen van uren tot miljoenen jaren. Het gaat om een chaotisch proces van oceaanstromen, de overgangen van waterdamp, water en ijs in de atmosfeer, neerslag, convectie, zonneactiviteit, bewolking, biologische processen, vulkaanuitbarstingen en vele andere processen en effecten. Al deze processen hebben ook nog een wisselwerking op elkaar; ze kunnen elkaar tegenwerken of juist versterken. Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat we de verandering van het klimaat beter kunnen voorspellen dat het weer. In een eerder rapport heeft het IPCC zelf gesteld dat een langetermijnvoorspelling van het klimaat niet mogelijk is.

Ondanks de complexiteit en vele oorzaken is het beeld ontstaan dat het alleen om broeikasgassen gaat en dat met name CO₂-uitstoot de hoofdoorzaak is van de opwarming. De CO₂-concentratie in de lucht is in 150 jaar gestegen van 280 ppm naar 420 ppm. Dit roept twee vragen op: hoe komt het dat CO₂ in de atmosfeer toeneemt en wat is het opwarmend effect van meer CO₂.

Waarom stijgt de CO₂-concentratie?

Het is duidelijk dat de menselijke uitstoot van onder meer de verbranding van fossiele brandstoffen een bijdrage levert aan de toegenomen concentratie, maar de vraag is hoe groot die bijdrage is.

Het algemene beeld is dat de stijging uitsluitend en alleen is toe te schrijven aan de menselijke uitstoot. Deze is weliswaar klein ten opzichte van de natuurlijke stroom vanaf land en zee (minder dan 5%), maar het idee is dat die uitstoot het natuurlijk evenwicht verstoort: de natuur kan elk jaar maar een deel (ongeveer de helft) van de extra uitstoot opvangen door een grotere natuurlijke opname. Het restant hoopt zich daardoor als het ware op in de atmosfeer en zorgt elk jaar voor een toename van 4 PgC Nederlands1 Petagram = 1015 gram = 1.000.000.000.000.000 gram = 1 Gigaton. Volgens het IPCC (AR6) is van alle menselijke uitstoot 279 PgC in de atmosfeer terecht gekomen en 173 PgC in de oceanen.

Deze redenering lijkt plausibel, maar klopt niet. Terwijl de normale verblijftijd van CO₂-moleculen in de atmosfeer ongeveer 4 jaar is, veronderstelt het IPCC dat het tientallen tot vele duizenden jaren duurt voordat de natuur zich kan herstellen van de extra menselijke uitstoot. Het is echter eenvoudig te bewijzen dat de zogenaamde adjustment time, de tijd om te herstellen van een verstoring, nooit langer kan duren dan de normale verblijftijd van 4 jaar. De extra CO₂ van de menselijke uitstoot verdeelt zich daardoor snel over de atmosfeer en de oceanen. En omdat de capaciteit van de oceanen zo'n 50 keer groter is dan van de atmosfeer, komt het overgrote deel binnen enkele jaren in de oceanen terecht en maar een klein deel in de atmosfeer. Van alle menselijke CO₂ bevindt zich nog maar 10% in de atmosfeer.

De CO₂-stijging is vooral het gevolg van de recente opwarming van de aarde. Hogere temperaturen gaan gepaard met een toename van de natuurlijke emissie: bij een hogere temperatuur neemt de oplosbaarheid van CO₂ in water af, waardoor de oceanen meer uitstoten en minder opnemen. Ook de emissie van CO₂ vanuit het land (met name de grond) en van gebieden met permafrost hangt sterk af van de temperatuur. De toename van CO₂ in de atmosfeer is dus het resultaat van stijgende temperatuur in plaats van andersom.

Het opwarmend effect van CO₂ is kleiner dan verondersteld

Voorspellingen van klimaatmodellen
Afbeelding 11: De werkelijke temperatuurstijging (op basis van observaties) is ongeveer 50% lager dan de voorspellingen van klimaatmodellen. (bron: R. Spencer, 2021)
Hoewel er geen bewijs voor is, is het zeker mogelijk dat de hogere concentratie van CO₂ als broeikasgas heeft bijgedragen aan de temperatuurstijging van de afgelopen decennia. Maar omdat weer en klimaat zo complex zijn, is er veel onduidelijkheid over hoe groot dat effect is. Het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climate Change van de Verenigde Naties veronderstelt een temperatuurstijging tussen 1,5°C en 4,5°C bij verdubbeling van de CO₂-concentratie in de atmosfeer (klimaatgevoeligheid). Er zijn echter veel indicaties dat zelfs 1,5°C nog een (veel) te hoge inschatting is.

Verstedelijking verklaart een deel van de gemeten opwarming

De gemiddelde temperatuur op aarde is in 150 jaar met ongeveer 1°C gestegen. Een belangrijk deel van deze verhoging is te verklaren door de verstedelijking, die weer het gevolg is van de groei van de wereldbevolking. Bebouwing en bestrating zorgen voor een hogere temperatuur. In het centrum van een stad is is het tot wel 5°C warmer. Ook in de omgeving van veel weerstations is de bebouwing en bestrating in de loop der jaren toegenomen, waardoor de metingen afwijken ten opzichte van het verleden.

  • Stations in een stedelijke omgeving laten vaak een grotere stijging zien dan landelijk gelegen weerstations.
  • Uit satellietmetingen blijkt het effect van verstedelijking op het weerstation in De Bilt meer dan 0,5°C te bedragen.
  • De laatste decennia is er een steeds groter verschil tussen aan de ene kant de gemeten temperatuur boven land en aan de andere kant die boven zee en op basis van satellieten (ongeveer 0,5°C, afbeelding 12).

Warmte-eiland-effect voor het weerstation van het KNMI in De Bilt
Afbeelding 12: De gemiddelde temperatuur is bij het KNMI in De Bilt door het warmte-eilandeffect nu 0,54°C hoger dan het zonder die bebouwing was.


Verschil in temperatuurstijging tussen landelijk gelegen weerstations en alle weerstations
Afbeelding 13: De invloed van bebouwing en bestrating op de gemeten temperatuur: boven land (rood) stijgt de (gemeten) temperatuur sneller dan die boven zee (groen) en ook sneller dan op basis van satellietmetingen (blauw). Bron: Wood for Trees

Wolken en zon

In het nieuwste IPCC-rapport (AR6) speelt de zon geen rol bij de opwarming; de opwarming wordt volledig toegeschreven aan menselijke broeikasgassen. Maar voor de gestegen temperatuur op aarde zijn de afnemende bewolking en de zon waarschijnlijk veel belangrijkere factoren. Zo is volgens metingen van het KNMI door de afnemende bewolking het aantal zonuren in De Bilt in de periode van 1980 tot 2020 met 25% gestegen. Dit verklaart 70% van de temperatuurstijging in De Bilt.

De hoeveeheid bewolking wisselt sterk per regio, maar ook mondiaal is de hoeveelheid bewolking afgenomen. Bewolking reflecteert een groot deel van de lichtstraling van de zon (albedo), waardoor het aardoppervlak in de schaduw blijft en minder opwarmt dan zonder die bewolking. Bewolking zorgt er ook voor dat de aarde (vooral 's nachts) minder afkoelt, maar per saldo betekent minder bewolking hogere temperaturen.

De toename van het aantal zonuren in Nederland
Afbeelding 14: De toename van het aantal zonuren in Nederland ten opzicht van het gemiddelde (1640 uur). Bron: KNMI


Zonnevlekken
Afbeelding 15: Variaties in de zonneactiviteit (aantal zonnevlekken) hebben indirect invloed op het klimaat

Het is nog onvoldoende bekend hoe het precies komt dat de gemiddelde bewolking toe- of afneemt, maar er zijn duidelijke indicaties dat de activiteit van de zon daar invloed op heeft. De variaties in de zonneactiviteit (aantal zonnevlekken) hebben waarschijnlijk invloed op de hoeveelheid kosmische straling, dat op zijn beurt bepalend is voor de hoeveelheid bewolking.

Ook los van het effect op bewolking hebben variaties in de intensiteit van de zon invloed op het klimaat. Er zijn de afgelopen jaren honderden wetenschappelijke publicaties verschenen, die een significante invloed van de zon op het klimaat aangeven. In een recente uitgebreide publicatie in Research in Astronomy and Astrophysics (RAA) komen 23 experts vanuit 14 verschillende landen tot de conclusie dat het IPCC ten onrechte belangrijke gegevens over de natuurlijke variaties van de zonnestraling (‘Total Solar Irradiance’) buiten beschouwing laat. Door wel naar die gegevens te kijken, komen de onderzoekers tot tot een geheel andere conclusie over de oorzaak van klimaatverandering: de meeste, zo niet alle, temperatuurveranderingen op de lange termijn blijken het gevolg van natuurlijke factoren.

Maatregelen

De huidige klimaatmaatregelen zijn slecht voor natuur en milieu

Een van de belangrijkste maatregelen in het klimaatbeleid is het gebruik van biomassa. Grote energiebedrijven als Vattenfall en Eneco ontvangen hiervoor een bedrag van €11,4 miljard aan overheidssubsidie en verkopen het als ‘groene’ stroom. De verbranding van biomassa (houtstook) is echter de slechtst denkbare oplossing: van alle brandstoffen zorgt het voor de meeste CO₂-uitstoot en luchtverontreiniging. Bovendien leidt het tot ontbossing, terwijl bossen juist CO₂ opnemen.

Zonne- en windenergie kenmerken zich door een lage energiedichtheid. Eén windmolen of zonnepaneel levert naar verhouding maar heel weinig energie op. Om er iets aan te hebben, zijn er dus heel veel van nodig. Juist deze grote schaal leidt tot ernstige natuur- en milieuproblemen.

Overlap biodiversiteitsgebieden met hernieuwbare energieprojecten
Afbeelding 16: Overlap biodiversiteitsgebieden met hernieuwbare energieprojecten. Bron: Rehbein et al., 2020

Explosieve groei mijnbouw

De bouw van grote hoeveelheden windmolens, zonnepanelen en in het bijzonder elektrische auto’s gaat gepaard met een explosieve groei in het gebruik van (zeldzame) elementen, zoals lithium, kobalt, neodymium, koper, nikkel, enzovoorts. Zo is voor het accupakket van één elektrische auto ongeveer 40.000 kg erts van deze elementen nodig; dat is over de levensduur van de auto meer dan 3 keer zoveel als een vergelijkbare dieselauto aan brandstof verbruikt.

De sterke groei in de hoeveelheden delfstoffen werkt dramatisch uit voor het milieu.

  • De mijnbouw die hiervoor nodig is, leidt in kwetsbare landen tot sociale misstanden in mijnbouwgebieden, ernstige milieuverontreiniging en aantasting van de biodiversiteit
  • De mijnbouw blijkt ook een belangrijke motor voor ontbossing, met name in het tropisch regenwoud.

Mijnbouw
Afbeelding 17: Misstanden in de mijnbouw in Afrikaanse landen
Ontbossing in het Amazonegebied door mijnbouw
Afbeelding 18: Ontbossing in het Amazonegebied door mijnbouw. De gele lijnen geven de 70 km bufferzones aan om de actieve mijnbouwgebieden. Bron: Nature, 2017

Het huidig klimaatbeleid is niet effectief

Op 21 juni 2023 gaf minister Rob Jetten in de Tweede Kamer aan dat het pakket maatregelen van €28 miljard leidt tot een beperking van de opwarming van 0,000036 °C. Zelfs als alle landen naar rato even veel zouden investeren, gaat het om minder dan één honderdste graad Celsius (nog steeds onmeetbaar klein) NederlandsDe Nederlandse uitstoot is ongeveer 0,46% van de wereldwijde uitstoot. De opwarming is in dat geval ruim 200 keer groter dan 0,000036 °C, namelijk 0,0078 °C. Dat is op basis van een inschatting van het IPCC; in werkelijkheid is de impact waarschijnlijk nog veel lager (zie klimaatgevoeligheid) en zijn de totale kosten veel hoger. Op basis van een factcheck van de Volkskrant kosten de klimaatmaatregelen tot 2050 gemiddeld €20 miljard per jaar. Een belangrijke reden voor deze hoge kosten is de keuze voor relatief ineffectieve maatregelen:

Bij integrale doorrekening van de kosten, blijken zon en wind veel duurder te zijn dan traditionele energiecentrales
Afbeelding 19: Doordat zon en wind een groot deel van de tijd geen energie leveren, moeten veel extra kosten gemaakt worden. Bij integrale doorrekening zijn zon en wind daardoor veel duurder dan traditionele energievormen. Toelichting: zie hier
.

  • De kosten van zonne- en windenergie zijn erg hoog (afbeelding 19), zeker als deze energievormen een relatief groot deel uitmaken van de totale energiemix.
  • Aardgas heeft van alle energievormen de laagste uitstoot. Het vervangen van aardgas voor de verwarming van gebouwen door elektrische warmtepompen of stadswarmte is duur en zet maar weinig zoden aan de dijk.
  • Elektrische auto's stoten tijdens het rijden geen CO₂ uit, maar die uitstoot is er wel bij de productie van elektriciteit en de bouw van de auto's. De CO₂-winst is daardoor erg klein (of zelfs negatief).

Er zijn alternatieve maatregelen die minder kosten, meer CO₂-besparing opleveren en goed voor het milieu zijn

Natuur en milieu hoeven niet ten koste te gaan van het klimaatbeleid. Los van de vraag of het verminderen van de CO₂-uitstoot veel effect heeft op het klimaat, zijn er andere maatregelen door te voeren die veel minder kosten, meer en sneller CO₂ besparen en geen milieuschade veroorzaken.

Wereldwijde boomdichtheid. Bestaande bossen worden groen weergegeven, potentiële bossen zijn geel.
Afbeelding 20: Wereldwijde boomdichtheid. Bestaande bossen worden groen weergegeven, potentiële bossen zijn geel. Bron: Bastin, 2019

  • Een van de meest effectieve manieren om de CO₂-concentratie in de atmosfeer te verlagen is het tegengaan van ontbossing en het planten van bomen. Indien Nederland zijn klimaatbudget hiervoor zou aanwenden, heeft dit 100 keer meer CO₂-besparing tot gevolg.
  • Kernenergie stoot geen CO₂ uit en heeft veel minder impact op het milieu. Een vergelijking tussen Frankrijk en Duitsland laat zien dat elektriciteitsopwekking op basis van kernenergie goedkoop is en veel CO₂-winst oplevert.
  • Voor de langere termijn (15 tot 20 jaar) belooft thorium te kunnen uitgroeien tot een goedkope, veilige, schone en CO₂-vrije energiebron.
  • Een groot deel van de woningen in Nederland heeft energielabel C of slechter. Het isoleren van deze huizen tot label B kan grotendeels kostenneutraal. De besparing aan fossiele brandstof die dit oplevert, is meer dan 2 keer zo groot als die van alle bestaande windmolens op land.