De status van de Amerikaanse dollar als wereldreservemunt neemt aanzienlijk af. De tekenen daarvan zijn overal zichtbaar.
Volgens Kristalina Georgieva, directrice van het Internationaal Monetair Fonds, verliest de dollar zijn positie als belangrijkste wereldreservemunt. “Men beweegt geleidelijk weg van de dollar: de valuta omvatte voorheen zeventig procent van de wereldreserves, nu is dat al minder dan zestig procent”, aldus Georgieva.
De zogeheten de-dollarisatie wordt aangevoerd door China en Rusland. Wat betreft handelsverdragen tussen die twee landen, is de gebruikte valuta in zeventig procent van de gevallen de Chinese yuan, of de Russische roebel. India, één van de snelst groeiende economieën ter wereld, koopt Russische olie tegenwoordig met roepies.
Dezelfde trend is zichtbaar in kleinere economieën. Zo kocht Pakistan onlangs Russische grondstoffen met Chinese yuan. In Bangladesh, waar het Russische staatsbedrijf Rosatom een grote energiecentrale bouwt, kon de overheid wegens de westerse boycot niet betalen met roebels. Van oudsher bood de dollar uitkomst, maar de Bengaalse overheid kiest nu voor de Chinese yuan.
Diverse Afrikaanse landen ontwikkelen een betalingssysteem dat beoogt kapitaalvlucht te beperken en de interne markt te versterken: het Pan African Payment and Settlement System (PAPSS). In Afrika vereisen internationale betalingen vaak nog dollars. Zo moet een Zuid-Afrikaans bedrijf dat goederen wil kopen in Kenia eerst Zuid-Afrikaanse rand omzetten in dollars, om die vervolgens weer in te ruilen voor Keniaanse shilling. Deze (onnodige) omweg kost Afrikaanse landen per jaar zo’n vijf miljard dollar aan transactiekosten.
Het PAPSS is relevant. In het verleden bleken soortgelijke initiatieven zelfs dodelijk voor de voorstanders, denk hierbij aan het lynchen van de voormalige Libische leider Muammar al-Khadaffi.
In Latijns-Amerika, dikwijls omschreven als ‘de achtertuin van de Verenigde Staten’, is China bezig aan een opmars. Peking neemt stapsgewijs de eerste plaats over van de Verenigde Staten als het gaat om de positie van belangrijkste handelspartner. Dat heeft gevolgen voor de dollar, bijvoorbeeld in Brazilië. Kortgeleden ondertekenden Brazilië en China een verdrag dat de bilaterale handel in yuan en Braziliaanse real mogelijk maakt.
Bolivia, ooit het armste land van Zuid-Amerika, blijkt plotseling een potentieel economisch zwaargewicht: aldaar ligt de grootste (beschikbare) lithiumvoorraad op aarde. Daarom sloten Rusland en Bolivia een overeenkomst dat het gebruik van de roebel en de boliviano – de nationale valuta – bij internationaal betalingsverkeer faciliteert. In dat kader zal China naar verwachting snel volgen. Zo tekende het Chinese consortium Contemporary Amperex Technology Ltd. (CATL) een belangrijk contract met de Boliviaanse overheid. CATL investeert meer dan één miljard dollar om de lithium te ontginnen en te verwerken, westerse bedrijven visten daarentegen achter het net.
Één van de beste wapens waar het Westen over beschikt, is economische boycot. Die wordt onder meer toegepast middels afsluiting van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT), het meest gebruikte internationale betalingssysteem. In de afgelopen jaren vielen met name Rusland, Iran en Venezuela daaraan ten prooi. Dat dwong gesanctioneerde staten tot het vinden van alternatieven, wat zij vonden in het Chinese Cross-border Interbank Payment System (CIPS).
Sinds de oprichting in 2015 telt het CIPS wereldwijd al 1.280 leden. SWIFT heeft weliswaar 11.000 leden, maar bestaat sedert 1973. Bovendien sluiten steeds meer landen zich aan bij CIPS. Dat versnelt het verval van de dollar, die in grote mate is verbonden met SWIFT.
Het verval van de dollar loopt vrijwel synchroon aan de opkomst van goud. Een onderzoek van het World Gold Council wijst uit dat centrale banken in het eerste kwartaal van 2023 zo’n 230 ton goud kochten. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2022 is dat een stijging van 176 procent. Tot de grootste kopers behoren de centrale banken van China, Rusland en Brazilië. Volgens sommige experts duidt dat op de terugkeer van de goudstandaard, die niet gekoppeld zal worden aan de dollar, maar aan een nieuwe wereldreservemunt.
De grootste tegenslag komt echter uit het Midden-Oosten. Zo wordt aardolie al sinds de jaren zeventig verhandeld in Amerikaanse dollars, oftewel petrodollars. Afgelopen januari kwam daar echter verandering in. Toen stelde de Saudische minister van Financiën, Mohammed al-Jadaan, dat Riyad bereid is olie te verhandelen in andere valuta, in het bijzonder de Chinese yuan.
Saudi-Arabië en de Verenigde staten gelden reeds decennia als bondgenoten. Om die reden zou, op zowel economisch als geopolitiek niveau, de impact van een petroyuan immens zijn. Daar blijft het niet bij. In maart werd Saudi-Arabië aspirant-lid van de Shanghai Cooperation Organisation, een van origine Chinees politiek, economisch en militair samenwerkingsverband. Inmiddels overweegt de golfstaat eveneens een lidmaatschap van de BRICS, een internationale organisatie bestaande uit Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.
Zelfs in Europa is deze ontwikkeling merkbaar. Eind maart verkocht de Franse multinational TotalEnergies 65.000 ton vloeibaar aardgas aan de China National Offshore Oil Company. Daarbij gingen de Fransen akkoord met een betaling in yuan.
De positie van de dollar als wereldreservemunt staat onder druk. Hoewel een aanmerkelijk deel van de wereldreserves nog uit dollars bestaat, verandert dat snel: de eerste dominostenen zijn al gevallen.