Direct naar artikelinhoud
Analyse

Tweede Kamer ligt wakker van digitale euro, maar kan de invoering ervan niet stoppen

De voltallige Tweede Kamer heeft grote reserves bij de invoering van een digitale euro. Maar Nederland heeft met het afscheid van de gulden nu eenmaal de controle over zijn valuta uit handen gegeven aan de EU en ECB.

Vanaf links Chris Stoffer (SGP), Inge van Dijk (CDA), Steven van Weyenberg (D66) en Henk Nijboer (PvdA) voorafgaand aan het commissiedebat over de digitale euro.Beeld Bart Maat / ANP

Mahir Alkaya zit er woensdagmiddag gedesillusioneerd bij. De financieel woordvoerder van de SP ziet eruit als een kind wiens favoriete speeltje is afgepakt. Alkaya weet álles over de digitale euro. Samen met VVD-Kamerlid Eelco Heinen volgt hij dit EU-dossier op de voet, in zijn functie van rapporteur voor de Tweede Kamer. Hij heeft zelfs een boek over digitaal geld geschreven.

De SP’er vertelt de andere leden van de commissie Financiën dat hij de digitale euro in eerste instantie helemaal zag zitten. Zijn partij, en hijzelf in het bijzonder, hecht groot belang aan een hervorming van het financiële stelsel. Volgens de SP moet dat stelsel minder afhankelijk worden van de commerciële banken, die immers de kredietcrisis veroorzaakten met riskante beleggingen en complexe derivatenhandel. De digitale euro is daar een potentieel vehikel voor.

De Europese Centrale Bank (ECB) wil in 2026 een digitale euro in het leven roepen als alternatief voor de chartale euro (bankbiljetten en munten). Europeanen (en later waarschijnlijk ook niet-EU-burgers en -bedrijven) kunnen dan een betaalrekening openen bij de ECB zelf. Nu kan dat alleen bij gewone banken, die betaalrekeningen in girale euro’s aanbieden. Digitale euro’s kunnen concurreren met girale euro’s, omdat ze op dezelfde manier gebruikt worden: voor elektronische betalingen via een app, betaalrekening of betaalpas.

Girale euro’s zijn een vorm van privaat geld, omdat ze door private instellingen (commerciële banken) worden beheerd en uitgegeven. Contant geld is publiek geld, want alleen de ECB (een overheidsinstantie) heeft het recht eurobankbiljetten te drukken. Digitale euro's zijn ook publiek geld, want de ECB krijgt straks het monopolie op de uitgifte ervan.

Machtsgreep

Critici zien het ECB-plan daarom als een machtsgreep van Frankfurtse technocraten. De centrale bank is bang de grip op haar geldstrategie, en daarmee op de waardeontwikkeling en beschikbaarheid van de euro, te verliezen. Dat is het belangrijkste motief van de ECB om voor een digitale euro te pleiten. Door de digitalisering van de maatschappij gebruiken burgers en bedrijven steeds minder contant geld. Tegelijkertijd groeit het ‘marktaandeel’ van de girale euro’s die commerciële banken onder hun hoede hebben. Grote, vooral Amerikaanse techbedrijven als Facebook hebben bovendien plannen voor eigen digitale munten gelanceerd. Dat geldt ook voor tientallen landen, waaronder China en de Verenigde Staten.

De ECB is daar ongelukkig mee, want het EU-instituut dreigt daardoor aan invloed te verliezen. De centrale bank kiest met de uitvinding van een digitale euro de vlucht naar voren. Het instituut wil zo voorkomen dat de euro in het internationale betalingsverkeer op den duur wordt verdrongen door de Libra van Facebook of de Chinese e-yuan. ‘Als wij het niet doen, doet een ander het wel’, zegt het ECB-bestuur in feite.

De desillusie van Mahir Alkaya vloeit vooral voort uit de – in zijn ogen – gebrekkige democratische controle op het project. ‘Tweeënhalf jaar geleden dacht ik dat de samenleving beter zou worden van de digitale euro. Inmiddels weet ik beter. Ik zie in de praktijk dat de ECB verkeerde beslissingen neemt. Als het de kant op gaat die het nu op gaat, dan ben ik ertegen.’

Negatieve rente

Alkaya is bepaald niet de enige. Ook zijn mederapporteur Heinen ‘gruwelt’ van het voorstel betaalrekeningen direct bij de ECB te openen. De VVD is bang dat de ECB dit nieuwe instrument zal misbruiken om spaarders negatieve rentes op te leggen of om via die eigen betaalrekeningen ‘helikoptergeld’ uit te delen in economische crises. De VVD, ChristenUnie, SGP, SP, FvD, BVNL, PVV en JA21 zijn wantrouwig, omdat de ECB dit op eigen houtje kan beslissen als de digitale euro eenmaal bestaat. ‘Het mandaat van de ECB is de afgelopen tien jaar al enorm opgerekt’, klaagt Heinen. PVV-Kamerlid Teun van Dijck: ‘Ik heb de minister heel vaak horen zeggen: de ECB is onafhankelijk, daar gaan wij niet over.’

Bijna alle Kamerleden maken zich grote zorgen over privacy. Betalingen met contant geld zijn anoniem: niemand kan nagaan waar en wanneer een burger het geld heeft uitgegeven. Heinen en CU-Kamerlid Pieter Grinwis accepteren daarom alleen een digitale euro die de vorm krijgt van een chipknip, opdat de ECB geen individuele betalingen kan traceren. Een andere breed gedeelde zorg is de mogelijkheid betalingen met digitale euro’s te programmeren. Omdat digitale euro’s onder centrale controle staan van de ECB en/of de EU is het technisch mogelijk er betaalrestricties aan te verbinden. Olaf Ephraim (BVNL): ‘Stel je voor dat de EU straks bepaalt dat je er geen sigaretten mee mag kopen, alleen veganistische hamburgers.’

Anonieme betalingen

De Tweede Kamer heeft dit jaar met overgrote meerderheid een motie aangenomen waarin staat dat de digitale euro anonieme betalingen moet faciliteren en niet programmeerbaar mag zijn. Maar het Nederlandse parlement kan dit niet afdwingen, tenzij een blokkerende minderheid van de EU-lidstaten ditzelfde standpunt huldigt.

Op dit moment heeft Nederland de grote lidstaten aan zijn zijde, zegt minister Kaag van Financiën geruststellend. Om daar meteen – minder geruststellend – op te laten volgen: ‘Ik kan natuurlijk niet garanderen dat die coalitie in stand blijft.’ Alkaya wil dat Kaag in Brussel regelt dat Nederland een opt-out krijgt; de keuze om niet mee te doen met een digitale euro die de Tweede Kamer niet aanstaat.

Maar ook dat kan Kaag niet garanderen. Nederland heeft nu eenmaal de soevereiniteit over zijn valuta opgegeven toen het de euro omarmde. Dit soort besluiten wordt in Brussel en Frankfurt genomen, niet in Den Haag. Nederland kan wel zijn mening geven in de Europese Raad en de Ecofin (het beraad van de Europese ministers van Financiën), maar dat biedt geen garantie op succes. Het Europese coronaherstelfonds, het loslaten van Europese begrotingsregels, de vergemeenschappelijking van staatsschulden: het is er allemaal tegen de zin van Nederland gekomen. Alkaya, bitter: ‘We krijgen dit gewoon door de strot geduwd.’